De aankondiging kwam in 2019, de uitvoering was na eerder uitstel voorzien op 1 juni, maar opnieuw haalt Van Quickenborne de deadline niet, ondanks zijn eerdere aankondigingen. Hij kiest meteen voor een stevig uitstel, want de gevangenisstraffen tussen zes maanden en twee jaar zullen pas ten vroegste in september 2023 worden uitgevoerd. “Van Quickenborne slaagt er weeral niet in zijn woorden om te zetten in daden.”
Onrealistische plannen
“We waarschuwden hem al langer dat zijn plannen voor detentiehuizen niet realistisch waren, nu moet hij dat ook toegeven. Helaas bestaat zijn oplossing erin om straffen aan te passen aan de beschikbare capaciteit, terwijl hij als minister net het omgekeerde moet doen en zorgen voor voldoende capaciteit. Opnieuw een gevangenis huren in Nederland zou bijvoorbeeld een oplossing op korte termijn kunnen zijn,” aldus De Wit.
Wat is veroordeling nog waard?
Bovendien wordt de ambitie om gevangenisstraffen onder de zes maanden uit te voeren, volledig losgelaten. In het ontwerp van het nieuwe Strafwetboek worden die gevangenisstraffen mogelijks afgeschaft, maar daar is nog geen akkoord over. “Als signaal kan dit tellen. Wat is een veroordeling door een strafrechter nog waard? Een kort verblijf in de gevangenis, zelfs van een aantal weken, kan wel degelijk effect hebben voor bepaalde type daders. Die mogelijkheid moet dan ook blijven bestaan én effectief worden uitgevoerd,” vindt De Wit.
Ballonnetje definitief doorgeprikt
Tot slot heeft minister Van Quickenborne ook beslist om de gunstmaatregel “vervroegde invrijheidstelling COVID-19” te verlengen, waarmee gedetineerden een strafkorting van zes maanden krijgen. Deze maatregel wordt nu verlengd tot 2025 (!). “Voor mij was het al langer duidelijk dat Van Quickenborne deze strafkorting gaf om zijn gevangenissen leeg te maken en hij corona als excuus gebruikte. Nu komt hij er ook openlijk voor uit dat de maatregel dient om de overbevolking tegen te gaan. Het ballonnetje “alle straffen uitvoeren” is bij deze definitief doorprikt,” besluit Sophie De Wit.