Bij aanvang van de coronacrisis in het voorjaar van 2020 werd een aantal maatregelen getroffen om te voorkomen dat het virus binnen de gesloten gemeenschap van een gevangenis veel slachtoffers zou maken. Zo werden het fysiek bezoek en strafuitvoeringsmodaliteiten zoals een uitgaansvergunning opgeschort. Maar ook gedetineerden die zich op minder dan zes maanden van strafeinde bevonden, konden vrijgelaten worden. Meer nog, veroordeelden tot maximaal tien jaar (!) gevangenisstraf, kwamen in aanmerking om hun straf onderbroken te zien. Zonder noemenswaardige voorwaarden kon men doodleuk tijdelijk weer naar huis. Wanneer zij hun gevangenisstraf opnieuw moeten verder zetten, is nog altijd niet duidelijk.
Minister zegt dat alle straffen zullen worden uitgevoerd, maar doet in de praktijk het omgekeerde
Deze maatregelen zijn telkens bijna stilzwijgend verlengd. Ook nu weer via een Koninklijk Besluit dat door minister Van Quickenborne werd gepubliceerd. Ditmaal echter zonder uitgebreid mediaoptreden, iets wat de minister anders zeker niet schuwt.
“Het is dat wat zo tegen de borst stuit”, zegt Kamerlid Sophie De Wit. “Er zit een grote discrepantie tussen de woorden en daden van de minister. Enerzijds kondigt hij groots aan dat alle straffen, ook een gevangenisstraf van 15 dagen, zullen uitgevoerd worden. Anderzijds gebeurt in de realiteit net het tegenovergestelde: hij verlengt de strafonderbreking nog minstens tot oktober waardoor gevangenisstraffen nóg minder worden uitgezeten dan anders al het geval is. In de eerste acute fase van de crisis waren die maatregelen zeker nodig, maar anderhalf jaar later zijn ze echt niet meer te verantwoorden, zeker nu dat het overgrote deel van de bevolking al gevaccineerd werd.”