Sophie De Wit: “In een democratie hebben we vrijheid van meningsuiting en het recht op betogen. Ruiten ingooien, ziekenwagens tegenhouden, op de politie slaan, auto’s in brand steken, enzovoort horen daar niet bij. Het wetsontwerp voor een betogingsverbod voor relschoppers is op zich een goed initiatief. Maar wat lezen wij daarin? Er is een uitzondering voorzien voor geweld en vernielingen gepleegd in het kader van vakbondsacties. Hoe kan Van Quickenborne dat verdedigen? Zijn vernielingen op betogingen minder erg als die door vakbondslui zijn aangericht? Is het leed van winkeliers met ingeslagen ruiten minder erg, als dat gebeurde in het kader van een syndicale actie? Dit is onrechtvaardig. Iedereen moet gelijk zijn voor de wet!”
Geen geweld tijdens vakbondsacties?!
Volgens Van Quickenborne is die uitzondering geformuleerd omdat volgens hem ‘dat soort geweld zich niet voordoet tijdens vakbondsbetogingen.’ “Laat me niet lachen”, reageert Sophie. “Iedereen herinnert zich nog goed de zware rellen en vernielingen na de grote vakbondsbetoging van 6 november 2014 in Brussel, om van de vernielingen bij recente vakbondsacties tegen Delhaize nog te zwijgen.”
Eis van Franstalig links
“De werkelijke reden voor die uitzondering is duidelijk”, stelt Sophie. “Dit was louter en alleen een eis van Franstalig links. Anders kreeg de minister zijn wetsontwerp er niet door. Opnieuw is pijnlijk duidelijk hoe vederlicht het politieke gewicht is van de Open Vld binnen de Vivaldi-coalitie.